Wespbijen (Nomada) zijn parasitaire bijen, die vaak zwart-gele en rode kleuren hebben. Omdat dit dezelfde kleuren zijn die wespen ook vaak hebben, worden ze Wespbijen genoemd. Er zijn 48 soorten in Nederland, waarvan er 33 zeldzaam zijn.
De meeste Wespbijsoorten parasiteren op zandbijen. Ze zijn vooral in het voorjaar actief.
Bleekvlekwespbij
De Bleekvlekwespbij (Nomada alboguttata) is een middelgrote bij met lichtgele vlakken. De bij parasiteert op de Witbaardzandbij (Andrena barbilabris).
De vrouwtjes hebben rode antennen, een zwart borststuk met vier rode strepen, waarbij het schildje aan de achterkant ook rood is. Het achterlijf is rood met lichtgele vlekken. De eerste segment is rood met zwarte vlekken, de drie segmenten daarna hebben lichtgele vlekken aan de zijkant en het vijfde segment heeft lichtgele vlek bovenop.
Onderstaande foto’s zijn in mei genomen en betreffen waarschijnlijk de Bleekvlekwespbij. De Bleekvlekwespbij lijkt op de Kleine Bleekvlekwespbij, maar die vliegt vooral in juli en augustus en is erg zeldzaam.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: (onzeker) Bleekvlekwespbij (Nomada alboguttata)
Donkere wespbij
De Donkere wespbij (Nomada marshamella) is een grote, zwart met gele bij. De bij parasiteert op verschillende soorten zandbijen, waaronder de Meidoornzandbij.
De vrouwtjes hebben meestal twee gele vlekjes op het scutellum (schildje net achter de borst), het pronotum (rand in de nek) heeft een gele rand, de tegula (knobbel bij de vleugelaanhechting) is oranje en de schouderknobbel (knobbel schuin onder de tegula) is geel. Het achterlijf is zwart met gele banden. Bij de eerste twee segmenten is de gele band vaak onderbroken. Verder heeft de bij rode antennen en roodoranje poten.
Mannetjes van de Donkere wespbij lijken op de vrouwtjes. Verschillen zijn: de antennen bestaan uit 13 segmenten (12 bij vrouwtjes) en hebben meer zwart (aan de basis), de onderkant van het gezicht is geel (rood bij vrouwtjes), de gele vlekken op het scutellum (schildje achter de borst) ontbreken vaak en de tegula (knobbel waar de vleugel aan de borst zit) heeft meer geel.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: (onzeker) Donkere wespbij (Nomada marshamella)
Gewone kleine wespbij
De Gewone kleine wespbij (Nomada flavoguttata) is, zoals de naam al aangeeft, vrij klein (5 – 7 mm). De bij parasiteert op verschillende soorten dwergzandbijen.
De vrouwtjes van de Gewone kleine wespbij zijn zwart met bruinrode delen. Het achterlijf bevat veel rood, met op het tweede en derde segment vaak wat kleine gele vlekjes. Op het scutellum (schildje achter de borst) staan twee rode vlekken. Bovenop de borst staat een rode vlek. Aan de zijkant van de borst is een pluk met zilverachtige haren. Deze haren ontbreken bij de Langsprietwespbij (Nomada conjungens), die verder veel lijkt op de Gewone kleine wespbij.
Bij onderstaande bij ben ik niet helemaal zeker op dit ook de Gewone kleine wespbij is.
De mannetjes van de Gewone kleine wespbij hebben meestal een zwarte borst zonder rode vlekken. Het gezicht bevat meer geel en het achterlijf heeft duidelijke gele vlekken.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: (onzeker) Gewone kleine wespbij (Nomada flavoguttata)
Kortsprietwespbij
De Kortsprietwespbij (Nomada fucata) is een middelgrote bij (6,5 – 8 mm), die parasiteert op de Grasbij. De bij is het meest talrijk in de zuidelijke helft van Nederland. De bij vliegt in twee generaties, in april-mei en juni-augustus.
De vrouwtjes van de Kortsprietwespbij hebben een zwarte kop met rode delen, een achterlijf met zwarte en gele banden, het eerste achterlijfsegment heeft een rode band, het scutellum (schildje achter borst) heeft één gele vlek, de tegula en schouderknobbel zijn geel en de antennen en poten zijn grotendeels oranje.
De mannetjes zien er grotendeels hetzelfde uit, maar hebben een geel ondergezicht (rood bij de vrouwtjes) en hebben zwarte delen in de antennen en meer zwart op de poten.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: (onzeker) Kortsprietwespbij (Nomada fucata)
Roodzwarte dubbeltand
De Roodzwarte dubbeltand (Nomada fabriciana) is een vrij kleine, zwart met rode wespbij, die in heel Nederland voorkomt. De bij lijkt enigszins op bloedbijen, die ook zwart met rood zijn.
Bij de vrouwtjes van de Roodzwarte dubbeltand is de kop en de borst zwart. Boven het oog is vaak een klein rood vlekje zichtbaar. De poten zijn zwart. Het achterlijf is grotendeels rood. Op het tweede en derde segment kunnen gele vlekjes staan. De antennen bestaan uit 12 segmenten en zijn zwart met een oranjegele top. De onderkant van de antennen is rood.
De mannetje zijn grotendeels hetzelfde als de vrouwtjes. Daar waar bij de vrouwtjes soms gele vlekjes op het achterlijf staan, heeft het mannetje die altijd. De antennen bestaan uit 13 segmenten en zijn helemaal zwart.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: Rood-zwarte dubbeltand (Nomada fabriciana)
Gewone wespbij
De vrouwtjes van de Gewone wespbij (Nomada flava) hebben een zwarte kop met rode delen. De haren op de kop en bovenop de borst zijn roestgeel. De haren aan de zijkant van de borst zijn geelwit. Bovenop de borst zijn vier brede rode strepen. Ook het rugschildje (scutellum), de schouderknobbel (callus), vleugelschub (tegula) en poten zijn rood. De antennen zijn oranje.
Het achterlijf is zwart met brede gele banden. Het eerste segment (tergiet) is vooraan zwart en achteraan rood. Op het tweede en derde tergiet zijn de gele banden vaak door rood onderbroken. Langs de zwarte banden is vaak een beetje rood zichtbaar.
Meestal heeft de Gewone wespbij minder rood op het achterlijf dan de Sierlijke wespbij. Maar de hoeveelheid rood en geel kan sterk variëren, waardoor de vrouwtjes van de Gewone wespbij en de Sierlijke wespbij verward kunnen worden. De kleur van de haren aan de zijkant van de borst geeft dan uitsluitsel. Die zijn bij de Gewone wespbij geelwit en bij de Sierlijke wespbij zilverwit.
De Gewone wespbij mannetjes hebben een zwarte kop met gele delen. De binnenrand van de ogen is geel tot aan de antenne-implant. De antennen zijn rood met een donkere bovenkant over de volle lengte. De borst is zwart. Op het rugschildje (scutellum) staan soms één of twee rode vlekken. De schouderknobbel (callus) en vleugelschub (tegula) zijn rood/oranje.
Het achterlijf is bruinrood met brede gele banden. Het eerste tergiet is vooraan zwart en achteraan rood en heeft soms twee gele vlekken. De overige tergieten zijn vooraan zwart en de achterranden zijn oranjegeel doorschijnend.
De mannetjes van de Gewone wespbij en de Sierlijke wespbij lijken sterk op elkaar. Een verschil is de lengte van de haren op de middelste en laatste poten. De Gewone wespbij heeft kort haar op de dij (femur) van de middelste poten en de Sierlijke wespbij heeft lang haar op de scheen (tibia) van de laatste poten. Op onderstaande foto’s is dit helaas niet zo goed te zien.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: (onzeker) Gewone wespbij (Nomada flava)
Sierlijke wespbij
De vrouwtjes van de Sierlijke wespbij (Nomada panzeri) hebben een zwarte kop met bruinrode delen. De haren op de kop zijn bruingeel en de haren aan de onderkant van de kop zijn zwart. De haren aan de zijkant van de borst zijn zilverwit. Bovenop de borst zijn vier brede rode strepen. Ook het rugschildje (scutellum), de schouderknobbel (callus), vleugelschub (tegula) en poten zijn rood. De antennen zijn oranje.
Het achterlijf is bruinrood met zwarte banden en gele vlekken. Op het tweede en derde tergiet zijn er gele zijvlekken en op het vierde en vijfde tergiet een gele vlek in het midden. De tergieten zijn aan de voor- en achteraan zwart.
Meestal heeft de Sierlijke wespbij meer rood op het achterlijf dan de Gewone wespbij. Maar de hoeveelheid rood en geel kan sterk variëren, waardoor de vrouwtjes van de Gewone wespbij en de Sierlijke wespbij verward kunnen worden. De kleur van de haren aan de zijkant van de borst geeft dan uitsluitsel. Die zijn bij de Sierlijke wespbij zilverwit en bij de Gewone wespbij geelwit.
De Sierlijke wespbij mannetjes hebben een zwarte kop met gele delen. De gele binnenrand van de ogen loopt soms tot aan de antenne-implant. De antennen zijn rood met een deels donkere bovenkant. De borst is zwart. Op het rugschildje (scutellum) staan soms twee rode vlekken. De schouderknobbel (callus) en vleugelschub (tegula) zijn bruinrood.
Het achterlijf is bruinrood met gele vlekken en banden. Het eerste tergiet is vooraan zwart en achteraan rood. Tergieten twee en drie hebben gele zijvlekken en de overige tergieten hebben gele banden of een gele middenvlek. Ze zijn vaak zwart aan de voor- en achterkant.
De mannetjes van de Sierlijke wespbij en de Gewone wespbij lijken sterk op elkaar. Een verschil is de lengte van de haren op de middelste en laatste poten. De Gewone wespbij heeft kort haar op de dij (femur) van de middelste poten en de Sierlijke wespbij heeft lang haar op de scheen (tibia) van de laatste poten. Op onderstaande foto’s is dit helaas niet zo goed te zien.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: (onzeker) Sierlijke wespbij (Nomada panzeri)
Roodsprietwespbij
De Roodsprietwespbij (Nomada fulvicornis) vrouwtjes hebben een zwarte kop met roodbruine delen. De rode binnenrand van de ogen loopt tot aan de antenne-implant. De antennen zijn oranjerood, waarbij de laatste segmenten een donkerder bovenkant kunnen hebben.
De borst is zwart met geelbruine beharing. Op het rugschildje (scutellum) staan twee gele vlekken. De schouderknobbel (callus) en vleugelschub (tegula) zijn geel, waarbij de vleugelschub een rode rand heeft. Dit kan lijken op de Donkere wespbij, maar die heeft meestal een geheel rode vleugelschub.
Het achterlijf is zwart met grote gele vlekken en banden. De gele vlekken op het eerste tergiet hebben een rode rand. Dit is een belangrijk onderscheid tussen de Roodsprietwespbij en de Donkere wespbij. De Donkere wespbij heeft geen rood op het achterlijf.
De mannetjes van de Roodsprietwespbij lijken op de vrouwtjes. Verschillen zijn dat de mannetjes gele delen op de kop hebben, zoals een gele rand langs het oog. Bij de antennen zijn minimaal de laatste zes segment zwart aan de bovenkant. De tergieten van het achterlijf zijn zwart met gele vlekken en bevatten meestal geen rood.
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Wespbijen (Nomada)
Soort: Roodsprietwespbij (Nomada fulvicornis)
Meer Bijen en hommels
Bekijk ook andere bijen en hommels.

Maskerbijen
Maskerbijen zijn kleine zwarte bijen. Mannetjes hebben een wit of geel masker op het gezicht.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Onderfamilie: Colletinae
Genus: Maskerbijen (Hylaeus)

Zijdebijen
Zijdebijen zijn middelgrote en grote bijen met brede dichtbehaarde haarbanden op het achterlijf.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Onderfamilie: Colletinae
Genus: Zijdebijen (Colletes)