Er zijn 53 soorten Groefbijen in Nederland, waarvan er 39 zeldzaam zijn. De soorten zijn verdeeld over twee geslachten: Halictus met 11 soorten en Lasioglossum met 42 soorten. De vrouwtjes groefbijen hebben een kleine verticale inkeping (groefje) op het uiteinde van het achterlijf. De naam groefbij is op dit groefje gebaseerd.
Roodpotige groefbij
De vrouwtjes van de Roodpotige groefbij (Halictus rubicundus) zijn te herkennen aan de oranjegele kleur op de middelste en de achterste poten. Je kunt de Roodpotige groefbij een groot deel van het jaar tegenkomen, van maart t/m september. De meeste waarnemingen worden in april gedaan.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Groefbijen (Halictus)
Soort: Roodpotige Groefbij (Halictus rubicundus)
Smaragdgroefbij
Er zijn vier soorten smaragdgroefbijen, de algemene Gewone Smaragdgroefbij (Lasioglossum leucopus) en Langkopsmaragdgroefbij (Lasioglossum morio), de zeldzame Glimmende Smaragdgroefbij (Lasioglossum nitidulum) en de zeer zeldzame Gestippelde Smaragdgroefbij (Lasioglossum aeratum). Waarschijnlijk betreft onderstaande bij de Langkopsmaragdgroefbij, die zoals de naam al zegt een relatief lange kop heeft.
Smaragdgroefbijen zijn kleine bijtjes van zo’n 3 – 4 mm met een groene metaalglans. Zelfs op de kleine bloemetjes van een Vergeet-mij-nietje, zoals op onderstaande foto’s, lijkt hij nog erg klein.
De mannetjes lijken op de vrouwtjes, maar hebben veel langere antennes.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Groefbijen (Lasioglossum)
Soort: (onzeker) Langkopsmaragdgroefbij (Lasioglossum morio)
Bronsgroefbij
De mannetjes van de Heidebronsgroefbij (Halictus confusus) en de Parkbronsgroefbij (Halictus tumulorum) hebben gele poten en lange antennes. Aan de hand van foto’s is niet exact te zeggen welke van de twee soorten het betreft.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Groefbijen (Lasioglossum)
Soort: Heidebronsgroefbij (Halictus confusus) of Parkbronsgroefbij (Halictus tumulorum)
Gewone geurgroefbij
De Gewone Geurgroefbij (Lasioglossum calceatum) is een algemeen voorkomende groefbij, die in de maanden maart t/m oktober kan worden waargenomen.
Het vrouwtje van de Gewone Geurgroefbij lijkt sterk op de Berijpte geurgroefbij (Lasioglossum albipes). Op foto’s is het verschil vrijwel niet te zien.
Het mannetje van de Gewone Geurgroefbij (Lasioglossum calceatum) lijkt sterk op de Berijpte geurgroefbij (Lasioglossum albipes). Het verschil is dat de Gewone Geurgroefbij een zwarte bovenlip (labrum) heeft en de Berijpte geurgroefbij een gele.
Het achterlijf van de achterlijf van de Gewone Geurgroefbij is deels rood gekleurd, waardoor de bij wel wat weg heeft van een bloedbij. Soms is de rode tekening vrijwel of geheel afwezig. De haarbanden op het 2e t/m het 4e sterniet zijn in het midden versmald of onderbroken.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Groefbijen (Lasioglossum)
Soort: Gewone geurgroefbij (Lasioglossum calceatum)
Onbekende groefbij
Op onderstaande foto’s is een kleine soort groefbij te zien. Het is niet bekend welke soort dit is.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Genus: Groefbijen (Halictus / Lasioglossum)
Soort: onbekend
Meer Bijen en hommels
Bekijk ook andere bijen en hommels.

Behangersbijen
Behangersbijen bekleden hun nest met stukjes blad. De vrouwtjes verzamelen stuifmeel met de haren op de buik.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Onderfamilie: Megachilinae
Genus: Behangersbijen (Megachile)

Kegelbijen
Kegelbijen zijn in Nederland vrij zeldzaam. Bij de vrouwtjes loopt het achterlijf taps toe.
Onderorde: Apocrita
Sectie: Angeldragers (Aculeata)
Familie: Bijen en hommels (Apidae)
Onderfamilie: Megachilinae
Genus: Kegelbijen (Coelioxys)